woensdag 30 juni 2010

Als je niet kunt koken kun je altijd nog gaan schrijven...


Heleen: Ik wil samen met jou naar de afhaalchinees

Dirk: Waarom?

Heleen: Zomaar.

Dirk: Jij en Chinees zonder reden?

Heleen: Heeft Chinees een reden nodig dan?

Dirk: Bij jou meestal wel. Stilte Wacht eens even. Heb jij de aardappels nu weer laten aanbranden?

Heleen: Nee. Natuurlijk niet.

Dirk: Wat ruik ik dan? [begint druk te ruiken]

Heleen: Je bovenlip

Dirk: Pardon, wat?

Heleen:
Ik neem de kip. Zei ik.

Dirk: Juist. Ik verstond iets heel anders.

Heleen: Wat verstond je dan?

Dirk: Je bovenlip, haha! Dat bedenk je toch niet!

Heleen: Haha, nee inderdaad. Net zo min als dat ik de aardappels alweer heb laten aanbranden. Stilte

Dirk: Dus je hebt de aardappels laten aanbranden? Je was zeker weer verdiept in As The World Turns?

Heleen: [knikt beschamend]

Dirk: Wie ging er dood? Wie lag er in het ziekenhuis? Wie was er levend begraven? Wie moest die onvermijdelijke truck vermijden? Wie lag in een greppel te creperen? Wie raakte de liefde van zijn leven nu weer kwijt, zodat jij de aardappelen liet aanbranden?

Heleen: Er ging helemaal niemand dood. Het gaat gewoon vanzelf. Ik zet de pan op. Ik kijk er niet meer naar om. Jij komt thuis. Shit. De pan! En dan is het te laat.

Dirk: Na 18 jaar zou je toch…

Heleen: En twee maanden

Dirk: En twee maanden. Hervat voorgaande zin. ...zou ik toch denken dat je het wel geleerd had.

Heleen: Maar ik wil het helemaal niet leren. Klote-aardappels! Word er knotsgek van. Schijtstamppot. Pokkepuree. Godverdomd gebakken grut.

Dirk: Je vergeet een heel belangrijk ding

Heleen: Argh. De pan van het vuur halen? Het gas lager zetten? Geestig hoor. Hilarisch!

Dirk: Nee. Je vergeet die kolerekrieltjes. Die schurftschijfjes. De poh-tee-tow PRUT!

Heleen: Maar je houdt toch zo van aardappelen?

Dirk: Welnee, joh.

Heleen: […]

Dirk: Welja, ik hou ervan! Maar ondanks dat je niet koken kunt, hou ik nog meer van jou.

Heleen: [sputtert tegen]

Dirk: [pakt haar vast] je bent mijn vrouw, niet mijn kokkin.
[naar publiek] and thank god for that!

Heleen: Wat zei je?

Dirk: Patatje met.

Heleen: Patat…
Dat zijn OOK aardappels

Dirk: En daar kun jij helemaal niets aan verpesten.

Heleen: Dat moest jij eens meemaken
Voor de zekerheid zeg ik toch maar friettent

Dirk: En de Chinees dan?

Heleen: Volgende keer. In geval van aanbranding.

Dirk: Lekker. Maar morgen is het maandag en is de Chinees dicht, schat.

Heleen: Ah, jij! Ik zal doen of ik dat niet snapte.
Is wel twee dagen achter elkaar vet eten – friet en chinees

Dirk: Misschien moeten we dan maar niet naar de friettent nu

Heleen: Maar we hebben niets in huis

Dirk: Hm. Niks. Hoezo niks? Hier liggen nog twee zakken chips. Dipsausje d’rbij. Colaatje. Ogen dicht. Net friet

Heleen: Hebben we ook nog iets in huis dat NIET van aardappelen gemaakt wordt?

Dirk: Denk het niet. Pannenkoekmeel is op. Pasta pleite. Rijst verdwenen. Dan wordt het toch de friettent.

Heleen: [barst in snikken uit] En ik had juist vandaag een keer zo’n zin in gekookte aardappelen. Die heb ik echt al weken niet meer gegeten.

Dirk: Lieve schat, dat heb ik al 18 jaar...
En twee maanden niet meer gegeten.

Heleen: Omdat je zo’n drama van een vrouw hebt [gaat weemoedig op stoel zitten]

Dirk: [gaat naast haar zitten] Schat. Je bent dan wel een klotekok. Een chagga-chef. Een sleazy sous-chef. Maar. Zit niet zo te miepen. Zit niet zo te piepen. Wat niet kan - dat kan niet. We maken gewoon lekkere broodjes.
[beseft opeens dat hij geniaal is] hahaha…piepen…piepers…vat je ‘m?

Heleen: Meesterlijk. Ik weet precies wat ik voor je ga maken. Broodje aardappelsalade. Wacht maar. Dan piep je wel anders!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten