maandag 15 februari 2010

V Verteller
J Jongen


V
We zien een brug
En een jongen
De brug is rood
De jongen blond

J
Ik dus

V
Ja, jij dus. Hallo

J
Oh. Hallo

V
De jongen steekt zijn hand op
Ik vermoed naar een bekende

J
Naar jou

V
Naar mij
[steekt ook zijn hand op]
Dáág

J
Koud hier
Hadden we niet beter
Misschien toch makkelijker geweest als
We gewoon
Niet hier maar ergens anders – dus niet hier
Hadden afgesproken

V
De jongen strijkt door zijn blonde lokken
Hij wacht op iemand
Wie? Een meisje? Een vrouw? Mama?
Of gewoon een vriend

J
De straat is bevroren en ik zit erop
Koud
M’n reet bevriest
Als ze hier nu niet binnen 5 minuten is

V
Ha! Een zij
Jongen. Op wie wacht je?

J
Ik weet niet zo
Goed waarop ik eigenlijk wacht
Ik denk op iemand – een vrouw
Ofzo
Want ik zou mijn voortplantingswerktuigen
Nooit laten bevriezen voor iets anders dan dat
Mijn kadetten er niet zo maar af laten vriezen voor
Iets anders
Ik denk dus dat ik zeg
Dat ik niet weet waarop ik wacht of wie. Maar
Dat ik wel weet waar ik niet op wacht

V
En hoelang blijf je nog zitten, vraag ik hem.
[tot hem] Hoelang blijf je nog zitten?
Ik begin het ook wel fris te vinden hier

J
5 minuten. Of.
Als ik op een vrouw wacht
Wat zou het
Die zijn altijd te laat
Ze moet zich vast nog mooi maken
Opmaken
Vermaken
Dus wat kan het schelen
Wat kan het schelen roep ik hem toe
Ik doe niets
Ik doe helemaal geen donder overdag
Als ze te laat wil komen –
Kan niet – geen tijd afgesproken
Dan wacht ik nog langer
Tot ze er dan is

stilte

Dan scheur ik de kleren van haar lijf
Hier in hartje december op het rode bruggetje
En neem ik haar hier en public
Dat zal koud zijn
En vreselijk fout zijn
Zo
Zei ik dat hardop

V
Ruige plannen

J
Soms slaat mijn fantasie op hol
Sorry
Het spijt me
Wat ben jij?

V
Wat. Praat je tegen mij?

J
Ja. Wat ben jij?

V
Als in?

J
Heb je een lul of niet?

V
Nee

J
Een vrouw dus

V
Een vrouw dus
Nee

J
Wacht – je hebt geen lul maar je bent geen vrouw

V
Nou. nee. ja. uh. nee. Ik ben wél een vrouw
Geloof ik toch
[voelt]
Ja
Maar
Ik voel het wel zo
Maar ik voel me niet zo
Ik voel me nooit zo
Ik kan rokjes
Panty’s
Petticoats
Polkadottjurkjes aantrekken
Tot ik een ons weeg
Een vrouw voel ik me niet
Maar dit was niet het punt
Jij wacht
Dat was het punt
Jij wacht op een vrouw
Daar hadden we het over
Ja

J
Is het een vrouw
Dat heb ik net gezegd
Dat weet ik niet
Dat weet ik niet zo goed
Eigenlijk

V
Kijk eens naar me

J
Ja

V
Echt kijken

J
Ja

V
Vind je me mooi?

J
Ja

V
Meen je dat?

J
Ja

V
Echt echt
Driemaal zweren, zwarte piet
Anders dan – geloof ik je niet

J
Driemaal heb ik nu gezweerd en gezworen
Heb jij het nu geleerd of ben je echt verloren

V
He ja, laten we gaan rijmen
Laten we alles rijmend doen
Net zoals vroeger
Net zoals toen

J
Toen is wanneer
Nu ben ik in de war
Is toen nu
Bedoel je
Is toen nu wéér
Of is toen gewoon maar toen
En is het nu niet meer

V
Toen is geweest
Toen was vroeger bedoel ik
Maar ik doelde erop
Het terug te roepen
Want ja – zo voel ik
Gewoon weer even terug
Gewoon weer naar die tijd
Dat ik nog klein was wn nog schold
Met pis poep plas en schijt

J
Goh wat kan hij rijmen he

V
Maar ik heb het stuk dan ook geschreven
Wat voor schrijver zou ik zijn
Als ik geen goed rijmschema had
Voor mezelf

J
Nog leuk dit?
Willen we meer horen?

V
Zo niet dan toch

J
Nee goed. Niet stoppen
Kom hij mag niet stoppen
Meer
Meer
Vertel nou

V
Sorry – ik moet het weten
Ben redelijk onzeker
Doorgaan
Of niet

J
Doorgaan

V
Over mezelf
Het leven
Anderen
Wat ik denk
wat anderen denken
en wat ik denk wat anderen denken
ik ben overal onzeker over

J
Wat denken ze dan
Wat denk ik dan

V
Ja dat weet ik niet
Dat is nu juist zo’n beetje
Het grootste probleem
Als ik zou weten wat
Je denkt zou ik niet bang hoeven zijn
Voor wat die mensen over me denken

J


V
Als jij zou vertellen dat je mijn haar net een vogelnest vindt
Dan weet ik dat
Dan hoef ik me niet druk te maken over wat je
Al of niet
Van me vindt
Snaps?

J
Schnapps? Lekker

V
Begrijp je dat bedoel ik

J
Ik vind jouw saai diepzinnig gebrabbel eigenlijk wel leuk en sexy

V
Oh

J
Je bent een beetje gestoord denk ik en je bloemetjesblouse zit ook een beetje scheef ik denk dat je een knoopje overgeslagen hebt omdat je een ochtendhumeur van hier tot Tokio hebt je haren tsja wat zal ik daarvan zeggen ik ben eigenlijk meer van blond maar ja smaken veranderen en je hebt een toffe coupe dus ik kan niet zeggen dat ik je haar niks vind en eigenlijk vind ik die hele depressieve instelling van je ergens ver weg toch ook wel tof hoor en je rok lijkt misschien uit de jaren 50 van de vorige eeuw te komen maar je kunt het goed hebben denk ik al heb ik weinig verstand van de laatste mode of eigenlijk helemaal niet van mode hij staat je gewoon goed dus wat ik denk dat ik bedoel te zeggen is dat ik je ondanks die dingen toch wel aardig vind.

V
Als jij begint te woordkotsen komen er best wel leuke dingen uit je mond
Dat was toch leuk bedoeld?
[naar publiek] Dat was toch leuk bedoeld?
Ik vind jouw hoedje eigenlijk ook spuuglelijk en dat overhemd kan echt niet meer
Vind u het niet spuuglelijk?
Maar ach wat kan het schelen
Ik neem hem zoals ik ben
Een beetje gestoord maar
Da’s beter dan doodnormaal toch

J
Zei ik dat ik op jou zat te wachten

V
Nee niet direct
Maar ik dacht
Nu je hier toch bent
En aan het wachten

J
Dat heb je goed gedacht
Ik had alleen niet verwacht
Dat jij het was

V
Mensen denken nooit dat ik het ben
Maar ik ben het altijd
Ik ben er altijd

V
We zien een brug

J
Een brug

V
En een jongen

J
Vergeet het meisje niet

V
De brug is rood
De jongen blond

J
Het meisje bruin

V
Jij en ik samen

J
Duo penotti

V
Haarkleur duo penotti dan

J
Maakt het uit

V
Nee niets
Vertel nou verder

J
Een jongen en een meisje
Op een rode brug
Wachten we nog

V
Waar wachten we nog op

J
Ik denk dat ik gevonden heb
Waar ik op zat te wachten

V
En terwijl je zat te wachten
Heb ik je gevonden

1 opmerking:

  1. Ik vind dit een ontzettend toffe dynamische scène :-) (En nu staat die mening vereeuwigd op het web)

    BeantwoordenVerwijderen