zaterdag 25 september 2010

Ik had nog zo gezegd: geen zielige blogs

Zomaar verdwenenen.
Van de een op de andere dag mag je er allemaal niks meer om geven.
Of hij al wakker is.
Of hij nog zal slapen.
Zal hij een berichtje sturen?
Deze getuige van zijn leven heeft hij zomaar geëlimineerd.
Je mag opeens niet meer op die manier aan hem denken.
En alles wat je van hem gekregen hebt doet pijn.
Maakt je aan het huilen als je denkt dat het wel weer gaat.
CD’s van een voorstelling, dat notitieboekje.
Dat briefje ín het notitieboekje.
Je mag je niet meer afvragen wat hij waar doet en met wie.
En hoe zijn dag is geweest.
En dat doe ik dus nog wel steeds.
Mezelf afvragend of ik als ik opnieuw mocht beginnen het anders zou doen.
Vrolijker zijn, niet alleen problemen spuien. Genieten.
Vrolijk zijn kan ik me nu ook permitteren, dat zag ik eerder niet.
En net nu hij heeft losgelaten, zie ik het weer zonnig in.
En dan word je op je hart getrapt en dat doet pijn.
Foto’s van ons samen, wat moet ik er nog mee?
Ik vond ze ooit zo mooi, nu kan ik er alleen om huilen.
Had hij maar niet besloten dat.
Dan had ik kunnen laten zien dat ik nog steeds dat toffe mens van april was.
En niet wie ik in de maanden erna uit gewenning geworden was.
Mezelf? Misschien. Dan had ik haar al die jaren goed verstopt.
Het zal ooit weer beter gaan.
Maar voor nu blijven het rode ogen, natte wangen.
Denkend wat hij doet en met wie.
Of hij plezier heeft of juist niet.
Allemaal doet het pijn, want hij heeft het niet meer met mij.
En hij deelt het ook niet meer met mij.
En als hij huilend voor me staat, denk ik.
Wat is het probleem?
En dan horen dat er niet echt een probleem is.
Behalve een gevoel dat er eens wel was en nu weg is.
Ik wil het niet begrijpen.
Ik wil die zak met spullen niet.
Ik wil niet dat je zo definitief mijn leven uit loopt.
Ik wil niet dat alles stopt.
Dat ik je niet meer kan sms’en als ik wil.
Een weekendje daar zijn.
Een knuffel.
Allemaal afgelopen.
En in de zak zit als troost een reep chocolade.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten